Vandaag gaat het dan gebeuren. Een joekel van een taak (voor sport class dan) wordt uitgezet voor zowel de dames en de sport class van 92 km. Dat wordt nog pittig met mijn vliegende baksteen.
Een half uur voor de startgate, om 14:30, niet lang na het openen van de launch window staan Martijn, Erik en ik in de startrij. Direct na de start gaan we gelijk goed omhoog, maar het is wel af en toe zoeken naar de beste core.
De eerste winddummies gaan al goed omhoog
Mooie wolken aan het begin van de middag
Geen van ons is eigenlijk op tijd op hoogte. Enkele honderden meters boven ons zie ik de hele club wegsperen. Ik draai toch maar geduldig omhoog en op wolkenbasis ga ik ook op pad. De bellen worden in ieder geval mooi aangegeven. 4 minuten na de start hoor ik Martijn over de radio iets in de trant van "wanneer is de start? oh, ik zie het al, nog iets van 11 minuten". Zucht... Ik schreeuw over de radio dat de start al 5 minuten geleden was, maar geen reactie. Tien minuten later merk ik dat ik de PTT knop heb losgetrokken. Ik plug 'm weer in en het contact is terug.
Het eerste keerpunt is simpel en op de terugweg kom ik Erik tegen die iets minder snel op hoogte was en nog verder achter ligt. Samen draaien we naar wolkenbasis en ik vertrek naar de overkant van het meer. Aan de overkant wordt het lastig: de hele kam ligt in de schaduw door steeds verdere uitsmering van de wolken. Op 1400 meter draai ik met 4 andere delta's in zwak spul omhoog. Er is ook een irritante parapente die hardnekkig tegen ons indraait op dezelfde hoogte. Op een gegeven moment besluiten de andere delta's toch maar door te vliegen. Ik wacht even af of ze wat vinden, zodat ik van ze kan profiteren, maar het lijkt er niet op dat ze wat vinden, dus ik besluit ook maar verder te gaan, inmiddels onder ridgehoogte.
Steeds lager en lager in de schaduw, ik zie het somber in en ben al op zoek naar het beste landingsveld. Helemaal aan het eind van de kam zie ik plotseling een miniscuul stukje zon met daarboven de vleugel van de zweedse Johanna, mijn redder in nood. Ik weet weer op te klimmen tot wolkenbasis en kan het tweede keerpunt halen. Via dezelfde weg besluit ik terug te gaan, maar de hele kam ligt nu in de schaduw. Ook bij de gaggle met rigids waar ik een paar honderd meter onder door vlieg biedt geen soelaas.
Langs de kam, steeds lager en lager. Een van de amerikanen zit bij mij in de buurt. Hij gooit de handdoek in de ring, want ik zie 'm het dal in draaien naar de landingsvelden. Ik heb misschien nog 50 meter meer en net over de hoogspanningskabels kom ik iets heel zwaks tegen. Met plus een half bijt ik me vast in de bel en langzaam maar zeker kom ik weer boven de ridge en wordt de bel sterker en sterker. Als ik op 2000 meter zit zie ik Erik ruim over me heenkomen, maar hij vliegt verder naar de rand van het meer om daar zoveel mogelijk hoogte te pakken voor de oversteek.
Als ik even later ook op weg ga om de oversteek te wagen, besef ik na 25% van de oversteek dat ik op deze manier wel heel laag bij het keerpunt aan ga komen en besluit 90 graden uit koers te gaan de kortste route naar de bergen, in dit geval de startberg. Van daaruit gaat het maar moeizaam, ook hier veel schaduw. Dan maak ik een kritieke fout: omdat het maar matig omhoog gaat steek ik naar de "tweede tand", maar kom onder het steile rotsachtige gedeelte uit. Hier was ik bij de start de eerste dag ook al bijna uitgezakt en dit keer gaat het niet anders. Had ik toch 200 meter extra moeten pakken achteraf. Uiteindelijk sta ik onder aan deze berg op het parapente veldje, vlakbij mijn landing van de eerste taak.
Het was zeker een mooie vlucht, maar ik denk dat er wel iets meer in had gezeten. Het blijft lastig, het geduld op te brengen voldoende hoogte te pakken met een toestel met matige steek-prestaties. Achteraf hoor ik dat Erik het keerpunt net wel heeft gehaald maar daarna ook uitzakte en op Doussard is geland. Martijn is nog een stuk verder weten te komen, een km of 20 en is vlakbij keerpunt 4 geland. Erik haalt eerst mij op en daarna Martijn met zijn bus, een flink stuk rijden. Bij terugkomst moeten we ook nog mijn auto van de berg halen, dus uiteindelijk zijn we pas half elf terug op de camping. Boven op de berg eten Erik en ik nog wat in het restaurant, maar we maken beide vrij ongelukkige menu keuzes: Erik een rauwe homp vlees (tartare) en ik een stinkende worst gemaakt van lever met pens in een schapedarm (ofzoiets).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten